Op Lamu is geen verkeer, alleen voetgangers en ezels, dus kinderen kunnen overal vrij spelen. Zodra je ezel ergens staat opgesteld komen ze overal vandaan. Ze willen vooral graag op m’n palet kijken en komen daardoor heel dichtbij staan en voor ik het weet sta ik op een kindervoetje als ik een pas naar achteren doe om mijn werk te bekijken. Een begeleider kan de kinderen een beetje op afstand houden, maar in Lamu Town moest ik me zelf redden. En dat lukte aardig. Ze gaven me de ruimte om achteruit te lopen.
On Lamu is no traffic, only pedestrians and donkeys, so children can play freely. Once your easel is placed somewhere they come from everywhere. They especially like to watch on my palette and thereby come very close and before I know it I stand on a child’s foot if I step backward to view my work. A companion can keep the children a bit away, but I had to manage myself in Lamu Town. And I succeeded. They gave me the space to walk backward.
De verf is fascinerend. Ze praten druk met elkaar over wat ze zien. Tussen het Swahili door hoor ik de namen van de kleuren in het Engels: “red, yellow, blue, brown”. En terwijl ze het uitspreken wijzen ze het aan op mijn palet. Dat gaat wel eens mis, de verf wordt geraakt. En wrijven helpt niet, het wordt steeds erger. Maar gelukkig heb ik babydoekjes bij me. Ze laten heel geduldig hun handje weer door me schoonmaken.
The paint is fascinating. They talk lively with each other about what they see. Between Swahili I hear the names of the colors in English: “red, yellow, blue, brown”. And while they are pronouncing it they point them on my palette. Sometimes it goes wrong, the paint is hit. And rubbing doesn’t help, it’s getting worse. But luckily I have baby wipes with me. They allow me very patiently to clean their little hand.
De meeste kinderen spreken goed Engels, ik heb vaak aardige gesprekjes. Dit keer was het wat pijnlijk:
“What nice dresses do you wear.”
“My grandfather is dead.”
Most children speak English, I often have nice conversations. This time it was a bit painful:
“What nice dresses do you wear.”
“My grandfather is dead.”